Inleiding
Tijdens de groei van een hond verdient de voeding extra aandacht. Voeding speelt namelijk een belangrijke rol bij het voorkomen van orthopedische problemen. Bij orthopedische problemen denken we o.a. aan heupdysplasie (HD), elleboogdysplasie (ED) en osteochondrosis dissecans (OCD).
We kunnen echter niet alle problemen met alleen voeding voorkomen. Erfelijke aanleg speelt eveneens een zeer belangrijke rol. Het kan dus gebeuren, dat een hond toch orthopedische klachten krijgt ondanks goede voeding.
Een derde belangrijke factor ter voorkoming van orthopedische klachten tijdens de groei is adequate beweging.
Duidelijk is, dat met name de hoeveelheid calorieën en het calciumgehalte in de voeding een sleutelrol spelen. De mening, dat eiwitten een hoofdrol spelen bij het ontstaan van orthopedische problemen is inmiddels achterhaald; vetten zijn veel belangrijker!
Erfelijke aanleg
Bij veel orthopedische klachten is er sprake van een erfelijke predispositie. De fokkerij is dus aandachtsgebied nummer een.
In principe zouden we eerst het erfelijke patroon moeten leren kennen om de juiste fokmaatregelen te kunnen treffen. Dat erfelijke patroon is echter lang niet altijd met zekerheid bekend.
Voor het treffen van maatregelen is in de praktijk vooral van belang te inventariseren hoe vaak een bepaalde orthopedische klacht in een bepaalde raspopulatie voorkomt.
Treedt de betreffende afwijking binnen een raspopulatie zeer frequent op, dan mogen we ervan uitgaan, dat een erfelijke factor een hoofdrol speelt. We moeten dan niet alleen de klinische lijders uit het fokprogramma halen, maar ook proberen de latente lijders of de dragers van de verkeerde genen op te sporen.
Maar als er bijvoorbeeld in een raspopulatie een bepaalde orthopedische klacht weinig frequent voorkomt, is het waarschijnlijk wel zinvol om de klinische lijders uit het fokprogramma te halen, maar we doen er zeker verkeerd aan om op zo’n populatie een streng preventie programma los te laten. We verliezen dan waarschijnlijk tegelijkertijd heel veel andere, goede eigenschappen en krijgen er mogelijk nog eens slechte eigenschappen voor terug. En dan nog te bedenken, dat die paar gevallen van orthopedische klachten in een raspopulatie eerder veroorzaakt kunnen zijn door inadequate beweging en verkeerde voeding!
Beweging
Zonder de juiste (hoeveelheid) beweging ontwikkelen spieren, gewrichten en botten absoluut niet goed! Astronauten die lange tijd zonder zwaartekracht leven gaan lijden aan ontkalking van hun enkels. Adequate beweging is een `must’ tijdens de groei.
Wat is de juiste (hoeveelheid) beweging?
Wij denken bij de juiste (hoeveelheid) beweging aan de gulden middenweg tussen overbelasting en rust. Bij overbelasting treden gemakkelijk blessures op, zeker bij slappe, te snel groeiende honden. Bij te weinig belasting ontwikkelen bot, gewrichtskraakbeen, gewrichtsbanden, pezen en spieren zich niet goed. Een slecht kwaliteit skelet is al heel snel blessure gevoelig.
Bij een slappe pup doen we het kalmer aan met de beweging; een goed gespierde pup kan wat meer training hebben.
Hoeveelheid en soort beweging moeten individueel worden afgestemd. Vooral bij de grote rassen moet de eigenaar zich laten begeleiden door een deskundige gedurende de groeiperiode. Veel eigenaren zien eenvoudigweg niet, dat hun hond onzuivere gangen en standen heeft.
Binnen onze klinieken hebben wij een puppy-consultatie programma. Bijna alle puppy’s doen hieraan mee, en de reacties van eigenaren zijn erg positief. Binnen dit programma wordt ook veel aandacht besteed aan de groei, voeding en de orthopedie. Bij twijfel bieden we dan ook een extra orthopedisch consult aan op 7 maanden leeftijd. Indien nodig, worden dan ook röntgenfoto’s van de gewrichten gemaakt.
We hopen zo orthopedische problemen te voorkomen of tijdig te ontdekken. Dat laatste is natuurlijk ook van belang voor een tijdig ingrijpen.
Voeding
Vergeleken bij andere diersoorten worden puppy’s betrekkelijk onrijp geboren. Het skelet is in het begin nog maar matig verkalkt, vooral bij de grote rassen. Dat is een belangrijke reden, waarom voeding en beweging zo cruciaal zijn tijdens de snelle groeifase, in het bijzonder gedurende de leeftijd van 3 – 10 maanden.
Belangrijkste doelstellingen voor de voeding tijdens de groei moeten zijn het voorkomen van overgewicht en orthopedische klachten. Nog los van het feit, dat overgewicht in het algemeen niet gezond is, veroorzaakt het overbelasting van het nog niet rijpe skelet. Dit vergroot de kans op orthopedische problemen.
Het uiteindelijke normale volwassen lichaamsgewicht is genetisch bepaald; daar kunnen we met de voeding in principe niks aan veranderen. Met normaal bedoelen we niet te dik en niet te mager. De hoeveelheid voeding, de hoeveelheid verschillende voedingsstoffen, hun verhouding onderling en de voedingsdichtheid (hoeveelheid voedingsstoffen per kg voeding) zijn bepalend voor de groeisnelheid.
We zijn uit op een optimale groeisnelheid, niet op een maximale groeisnelheid.
Voedingsmethode
Ook de voedingsmethode blijkt mede bepalend te zijn voor de ontwikkeling van overgewicht en orthopedische problemen tijdens de groei.
Er zijn verschillende manieren om een hond te voeren:
Ad libitum
De hond mag zo veel en zo vaak eten als hij of zij wil.
Tijdvoeding.
De hond krijgt bijvoorbeeld 2 x daags 20 minuten de kans om te eten.
Kwantumvoeding.
De hond krijgt een afgepaste dagportie verdeeld over 2 – 4 maaltijden.
De beste voedermethode is nummer 3. De eerste twee blijken beide te leiden tot te snelle groei door opname van te veel voedsel en dus te veel energie, hetgeen leidt tot overgewicht en skeletproblemen.
De beide eerste twee methoden moeten we zeker niet toepassen tijdens de fase van snelle groei in de leeftijd van 2 – 10 maanden. Als men toch kiest voor ad libitum voeding of tijdvoeding kan dat alleen bij consequente en frequente monitoring.
Trials
Soms staat er op de verpakking van een voeding, dat er trials zijn uitgevoerd. Natuurlijk is het prachtig als een bepaalde voeding is onderworpen aan een onderzoek in de praktijk. Het probleem is vaak, dat die trials te kort zijn om orthopedische problemen werkelijk goed te kunnen onderzoeken.
Monitoring
Om de hond tijdens de groeifase goed onder controle te houden, raden wij u aan de volgende punten in acht te nemen:
Noteren van de dagelijkse voedsel opname (inclusief extra’s); soort en hoeveelheid.
Iedere week gewichtscontrole.
Iedere maand controle door de dierenartsassistente in de leeftijdsperiode van 3 – 10 maanden tijdens het puppy-consultatie programma
Adviezen
De belangrijkste aandachtspunten ter voorkoming van orthopedische klachten tijdens de groei zijn:
Koop een pup bij een betrouwbare fokker.
- Wees vooral alert bij een groot ras; volwassen lichaamsgewicht zwaarder dan 25 kg.
- Kies voor een goede voeding, speciaal gemaakt voor snelgroeiende rassen.
- Voer een afgepaste dagportie, verdeeld over 3 – 4 maaltijden.
- Geef de juiste beweging, training.
- Controleer wekelijks het lichaamsgewicht.
- Laat uw hond iedere maand controleren door de dierenartsassistente in de leeftijdsperiode van 3 – 10 maanden.
- Consulteer bij kreupelheid tijdens de groeifase uw dierenarts.
Tabellen
Tabel A: Belangrijkste voedingsfactoren en hun gehaltes voor de groeiende hond
DS = droge stof
ME = metabole energie
NFE = nitrogen-free-extract
> = is gelijk aan of meer dan
* verteerbaarheid voor de normale hond
** verteerbaarheid voor de hond met extra eisen: laat in de dracht, sport en
werk, eerste groeistadium, zoogperiode
Opmerking:
Verteerbaarheid en concentratie aan voedingsstoffen moeten voldoende groot zijn. Is dat niet het geval dan moet de hond relatief te veel voedsel opnemen om aan zijn behoeften te voldoen. Dat kan overbelasting van het maagdarmkanaal veroorzaken. Bij middelgrote en grote rassen kan dat de kans op een maagtorsie vergroten.
Tabel B:
Volwassen lichaamsgewichten van de verschillende rassen.
Zie het pdf document onderaan dit artikel.
Tabel C:
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van groeiende honden
Bron: Small Animal Clinical Nutrition, Mark Morris Institute, p. 248, 4the edition, 2000.
Tabel C-1:
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van puppy’s van 1 maand, gebaseerd op de gangbare volwassen lichaamsgewichten.
Tabel C-2:
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van puppy’s van 2 maanden, gebaseerd op de gangbare volwassen lichaamsgewichten.
Tabel C-3:
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van puppy’s van 3 maanden, gebaseerd op de gangbare volwassen lichaamsgewichten.
Tabel C-4:
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van puppy’s van 4 maanden, gebaseerd op de gangbare volwassen lichaamsgewichten.
Tabel C-5:
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van puppy’s van 5 maanden, gebaseerd op de gangbare volwassen lichaamsgewichten.
Tabel C-6
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van puppy’s van 6 maanden, gebaseerd op de gangbare volwassen lichaamsgewichten.
Tabel C-7:
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van puppy’s van 7 maanden, gebaseerd op de gangbare volwassen lichaamsgewichten.
Tabel C-8:
Richtlijn voor de dagelijkse energiebehoefte van puppy’s van 12 maanden, gebaseerd op de gangbare volwassen lichaamsgewichten.
Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 22.08.2012 door G.L.D. Huizeling