Inleiding
Schijndracht is het fenomeen waarbij een niet-drachtige teef het gedrag en de fysieke kenmerken vertoont van een wel-drachtige teef, circa 2 – 3 maanden na de bronst. De bronst treedt op gemiddeld tussen de 10de – 13de dag van de loopsheid.
Veel teven hebben er geen last van, andere teven wel in meerdere of mindere mate.
Oorzaak
We weten niet precies wat de oorzaak is van het optreden van schijndracht.
Alle teven, drachtig of niet drachtig, vormen tijdens de bronst ná de ovulatie een orgaantje, corpus luteum, (zie Vruchtbaarheid teef), dat het hormoon progesteron produceert. Progesteron is verantwoordelijk voor het in stand houden van een dracht.
Alle teven, drachtig of niet drachtig, blijven onder invloed van progesteron gedurende 2 – 3 maanden na de bronst.
Aan het einde van die periode, als reactie op een snelle daling van het progesteron, stijgt de hoeveelheid prolactine in het bloed; dat hormoon is verantwoordelijk voor het op gang brengen van de melkproductie. Dat gebeurt vlak voor de geboorte. Maar dat gebeurt ook bij alle andere teven, dus ook bij de teven die niet drachtig zijn.
Wat nou precies de reden is, dat bij de ene niet-drachtige teef wel verschijnselen van dracht optreden, en bij de andere niet drachtige teef niet, dat weten we dus niet.
Symptomen
De verschijnselen variëren sterk, ook qua intensiteit. Niet alleen tussen schijndrachtige teven onderling, ook kunnen de verschillende schijndrachten per teef sterk variëren.
Er is sprake van nestelen, slepen met surrogaat puppies (zoals pantoffels), rusteloosheid en zich zelf likken (stimuleren van de melkproductie).
Het is ook mogelijk, dat de schijndrachtige teef zeer depressief is en de hele dag in de mand ligt te slapen. Een opvallend symptoom is, dat die depressiviteit verdwenen is zodra de hond buiten is en afleiding heeft. Dit verschil in gedrag binnen en buiten maakt vaak het verschil tussen de diagnose schijndracht of een andere ziekte, zoals een gesloten baarmoederontsteking, die 1 – 2 maanden na de loopsheid kan ontstaan.
We zien zwelling van de melkklierpakketten en toename van de melkproductie. Ook hier zien we variatie in intensiteit. Van nauwelijks zwelling van de melkklierpakketten, van geen of weinig waterige bruine vloeistof tot zoveel melk, dat de teef als min een moederloos nest kan groot brengen. De buikomvang kan toenemen.
De eetlust kan variëren van normaal tot helemaal niet. In een aantal gevallen drinkt de schijndrachtige teef te weinig.
Verkeerde diagnose
Het is heel belangrijk om een schijndracht niet te verwarren met een gesloten baarmoederontsteking (pyometra). Ook dan zien we een toename van de buikomvang, sloomheid en minder tot geen eetlust. Opvallend dáárbij is, dat de teef vaak heel veel drinkt.
Bovendien zien we als regel, dat deze baarmoederontsteking optreedt zo’n 1 – 2 maanden na de loopsheid; iets vroeger dus. Maar ook schijndracht kan soms al eerder na de loopsheid optreden.
Een verschil kan ook zijn, dat een schijndrachtige teef vaak sloom binnen en levendig buiten is, terwijl een teef met een pyometra ook buiten zeer sloom blijft.
En dan zijn er natuurlijk nog wel andere ziekten die toevallig in die periode kunnen optreden. Bij twijfel moet u zeker niet nalaten de dierenarts te raadplegen.
Ook bij het voorschrijven van medicijnen tegen schijndracht, moet u zeker weten, dat de teef niet echt drachtig is. Bepaalde reguliere middelen kunnen abortus veroorzaken bij een drachtige teef.
Behandeling
Niets doen
In lichte gevallen doen we niets meer dan onze schijndrachtige teef veel afleiding geven en gunnen we haar zo’n 2 keer per jaar haar depressieve 2- 3 weken.
Eten en drinken verminderen: niet doen!
Het vaak gehoorde advies om de hoeveelheid voer te verminderen, waardoor de melkproductie zou afnemen is niet effectief. Bovendien hebben de meeste schijndrachtige teven sowieso al weinig eetlust.
Soms horen we het advies om de teef geen of minder drinken aan te bieden. Dat moet u nooit doen!!!
Zowel bij vermindering van voeding als drinken is de achterliggende gedachte, dat daardoor de melkproductie zou afnemen. Schijndracht is vooral ook een mentaal gebeuren. Alleen de melkproductie remmen richt zich slechts op een deel van het probleem.
Hormonen
Bromocryptine (Lactafal ®) en Metergoline (Contralac ®) zijn hormonen die de productie van prolactine remmen en daardoor ook de melkproductie. Alvorens deze middelen toe te passen moet u er zeker van zijn, dat er geen sprake is van echte dracht. De middelen kunnen abortus veroorzaken. Metergoline zou ook de gedragsproblemen bij schijndracht kunnen verbeteren
Wij adviseren deze middelen alleen in incidentele gevallen. Vaak werken deze middelen onvoldoende.
Castratie
Als de verschijnselen te heftig zijn, we telkens weer hormonen zouden moeten voorschrijven, die ook nog eens onvoldoende helpen en de homeopathie biedt geen uitkomst, dan is castratie (verwijderen van de eierstokken) aan te raden. Deze castratie moet plaats vinden 100 dagen na de eerste dag van de loopsheid.
Als er eerder een castratie plaats vindt, is er grote kans op het ontstaan van heftige schijndracht na de operatie (daling progesteron!). Ook de schijndracht moet over zijn, alvorens tot castratie over te gaan!
Na een castratie zal er in de toekomst geen schijndracht meer optreden.
Homeopathie
De resultaten van de homeopathische behandeling van schijndracht zijn niet in alle gevallen positief. Mislukken van een behandeling wordt vooral veroorzaakt door het feit, dat het gekozen homeopathische middel niet voldoende past bij het gedetailleerde beeld van de individuele schijndrachtige teef. Als de in de handel zijn de complexpreparaten (o.a. MacSamuel Schijndracht) geen effect hebben kan men niet stellen, dat homeopathie geen effect heeft. We moeten altijd proberen om het bij het individuele dier best passende middel te vinden. Maar dan nog zal in een aantal gevallen er geen resultaat geboekt kunnen worden. Wij geven enkele voorbeelden:
Pulsatilla pratensis
Enorme zwelling melkklierpakketten en heel veel melkproductie
Sloom binnen, levendig buiten
Zeer onderdanig, nooit agressief
Eet zeer matig of niets
Drinkt opvallend weinig
Lichaamsgewicht: aan de dikke kant
Cyclus > 7 – 9 maanden
Lycopodium clavatum
Enorme zwelling melkklierpakketten en heel veel melkproductie
Sloom binnen, levendig buiten
Prikkelbaar
Eet goed tot meer
Drinkt normaal tot meer
Lichaamsgewicht: aan de magere kant
Cyclus > 7 – 9 maanden
Ignatia amara
Nauwelijks zwelling van de melkklierpakketten en nauwelijks melkproductie
Depressief binnen en levendig buiten
Plotseling snauwen zonder bijten
Eet normaal of niets
Drinkt normaal
Lichaamsgewicht: normaal
Cyclus > 12 maanden
Asa foetida
Enorme zwelling melkklierpakketten en heel veel melkproductie
Hysterisch gedrag, piepen, slepen met spullen, nestelen
Eet normaal
Drinkt normaal
Lichaamsgewicht: normaal
Cyclus < 6 maanden
Behalve deze bekende schijndracht middelen, zijn er nog veel meer middelen, die bij uw schijndrachtig teef beter zouden kunnen passen. Maak een afspraak met ons om het best passende middel bij uw hond te vinden. Ook over de potentie keuze en de frequentie van geven, kunt u het beste even met ons overleggen; die verschillen nogal eens per individuele teef.
Slotopmerkingen
Tot slot nog enkele kanttekeningen:
De toekomstige vruchtbaarheid wordt niet negatief beïnvloed door schijndracht.
Een vruchtbare dekking in een vorige loopsheid zal niet voorkomen, dat een schijndracht niet meer optreedt.
Er wordt aangegeven, dat schijndracht geen predispositie voor andere gynaecologische problemen inhoudt. Wel kunnen door regelmatig optredende zwelling van de melkklierpakketten chronisch ontstoken stukjes melkklierweefsel achterblijven, die gecontroleerd moeten worden op hum geaardheid: ontsteking, goedaardig of kwaadaardig gezwel. Dat kan een reden zijn om te besluiten tot castratie, waardoor schijndracht en een dergelijke knobbelvorming niet meer optreedt.