Oorzaken
In de anaalzakjes zitten hele kleine kliertjes, die de anaalklierinhoud maken. Deze kunnen tumoreus ontaarden. De exacte trigger hiervoor is onbekend. Anaalzaktumoren zijn kwaadaardig.
Verschijnselen / klachten
Veel anaalzaktumoren geven geen klinische klachten, tenzij deze erg groot worden. Dan zorgt het ervoor dat een dier moeilijker kan poepen. Soms geven de tumoren irritatie, waardoor dezelfde verschijnselen op kunnen treden zoals bij overvulde of ontstoken anaalklieren (sleetje rijden, likken onder de staart of bijten bij de staartbasis).
De tumor zelf kan op een gegeven moment stoffen gaan produceren, waardoor een ‘paraneoplastisch syndroom’ ontstaat. Dat is een verschijnsel of complex van verschijnselen die ontstaat door die stoffen, maar dus niet door de tumor zelf. Bij anaalkliertumoren kunnen die stoffen een teveel aan calcium in het bloed geven (hypercalciëmie). Dieren gaan hierdoor meer gaan drinken en meer gaan plassen, braken, gewicht verliezen en een slechte eetlust hebben.
Behandeling
Om zeker te weten dat het om een tumor gaat, kan er celmateriaal worden afgenomen om op te sturen naar een laboratorium. Dit moet vaak onder sedatie gebeuren, omdat het een zeer gevoelig gebied is om aan te prikken.
Daarnaast is het belangrijk een specialistische echo te maken. Omdat deze tumor kwaadaardig is, zaait deze snel uit. Hij verspreidt zich vooral naar lymfeknopen in de buik. Onder echogeleide kunnen deze lymfeknopen ook aangeprikt worden om te kijken of hij al is uitgezaaid.
Afhankelijk van de uitkomst wordt in ieder geval chirurgie geadviseerd, met eventueel een aanvullende chemotherapie.
Prognose
De prognose van een anaalzaktumor is gereserveerd. Ook hier moet bij chirurgie rekening worden gehouden met een infectierisico van de wond en incontinentie van ontlasting (dit komt zelden voor).