Wat is een autonosode?
Een nosode is ziektemateriaal, dat op dezelfde manier bewerkt wordt als een homeopathisch middel. In de homeopathie gaan we ervan uit, dat een middel in homeopathische ‘verdunningen’ een ziekte kan genezen, als het in staat is onverdund een ziektebeeld op te wekken dat erop lijkt. Volgens datzelfde principe zou het ziektemateriaal zelf “verdund” de ziekte kunnen genezen, die het onverdund zelf opwekt. Het komt overeen met het principe van de vaccinatie. Gemodificeerd virus van bijvoorbeeld Hondenziekte kan niet meer ziek maken, maar wel het lichaam prikkelen tot de vorming van antistoffen tegen Hondenziekte. Vaccins worden echter compleet anders bereid en zijn gestoeld op een degelijke wetenschappelijk bewijsvoering. Een autonosode wordt gemaakt van het ziektemateriaal van de patiënt zelf.
Voorbeelden
Over de effectiviteit van nosoden zijn er nogal wat verschillende meningen en het is zeker nog niet onderbouwd met een sluitend wetenschappelijk bewijs. Maar omdat er meer onder de zon is dan alleen dat wat wetenschappelijk bewezen is en er nog steeds behoefte bestaat aan meer dan alleen de wetenschappelijke behandelingsmogelijkheden, zijn er gelukkig toch nog “eigenwijze” doorzetters, die de nosoden hebben toegepast bij mens en dier en niet zelden met succes. In de diergeneeskunde kennen we nosoden van melk, bereid uit geïnfecteerde uiers en toegepast bij mastitis bij koeien. Een nosode bereid uit huidschraapsel van een chronische ontstoken huid in de kootholte (mok) en toegepast tegen mok bij het paard zelf, enz.
Bacteriële allergie
In de gezelschapsdierenpraktijk en dan in het bijzonder bij de hond maken wij regelmatig gebruik van een nosode bereid uit bloed en urine. We gaan ervan uit, dat in bloed en urine bacteriën en afvalstoffen zitten, die oorzaak zijn van de allergie. Als belangrijkste indicatie voor de autonosode geldt de primaire bacteriële allergie. Dat is een zeer hardnekkige, dus chronische huidaandoening, waarbij sprake is van pukkels, korsten en collarettes. De afwijking gaat gepaard met veel haaruitval, schilfering en jeuk. Heel vaak is zo’n bacteriële huidaandoening een complicatie en niet de werkelijke oorzaak van de klachten. Dus ook bij een voedsel- allergie of een vlooienallergie zien we dikwijls het beeld van een bacteriële huidaandoening. In dat geval spreken we van een secundaire bacteriële huidaandoening en werkt de autonosode niet.
Diagnose
We kunnen het onderscheid tussen een primaire bacteriële allergie en een secundaire bacteriële huidaandoening gemakkelijk maken door de patiënt gedurende 10 dagen een geschikt antibioticum te geven (Cefaral of Baytril). Als dan de plekken genezen zijn en ook de jeuk 100% over is (vaak binnen 3 dagen al) hebben we zeer waarschijnlijk te maken met een primaire bacteriële allergie. Als de bacterie niet de primaire oorzaak is, zal het antibioticum slechts een gedeeltelijke genezing opleveren en de jeuk blijven. Het heeft geen zin het antibioticum langer te geven. Vrijwel altijd, ook na een kuur van 6 – 7 weken, is er sprake van recidief binnen enkele dagen tot enkele weken. Het antibioticum heeft in feite 2 belangrijke functies: het geeft tijdelijke verlichting en we kunnen er een diagnose mee stellen.
Hoe gaat het in zijn werk?
Direct als er na een succesvolle antibioticumkuur sprake is van een terugval, wordt de bloed-urine autnosode C15 toegediend. Het heeft geen zin om een autonosode te maken tijdens een antibioticumkuur. Die autonosode wordt gemaakt van verse urine en bloed, dat uit de ader van de voorpoot wordt afgenomen. De urine dient ’s morgens en zo schoon mogelijk te worden opgevangen. Om een autonosode te maken hebben we maar 0.2 ml urine en 0.2 ml bloed nodig. Het is dus voldoende als u enkele milliliters urine opvangt. Aan het einde van het bereidingsproces hebben we 1 ml steriele autonosode C15 klaar voor injectie, die onderhuids toegediend wordt.
Wanneer en hoe lang is er effect
Na de injectie duurt het ongeveer 3 weken voordat we effect mogen verwachten. In die periode kan het wel eens nodig zijn toch al wat voor de patiënt te doen. Vaak schrijven we Echinacea purpurea Oer voor (MacSamuel Weerstand) om de weerstand te versterken. We zien dan al vaak enige verbetering, die alleen nog maar te wijten is aan de Echinacea purpurea en nog geen voorbode is van een definitieve genezing. In ernstige gevallen geven we ná de injectie een antibioticumkuur. Prednisolon samen met een autonosode geven heeft geen zin en ook een vaccinatie kan beter even uitgesteld worden. In het algemeen geldt, dat we geen behandelingen of dieetveranderingen tegelijkertijd moeten doen, omdat dan niet meer in te schatten is wat uiteindelijk verantwoordelijk is voor het resultaat. De werking van een autonosode is als regel 3 – 12 maanden. Een effect korter dan 3 maanden betekent meestal dat de autonosode niet de juiste behandelingskeuze zal blijken te zijn. In veel gevallen moet de autonosode eenmaal per 6 – 12 maanden herhaald worden. In een beperkt aantal gevallen is het nodig om na enige jaren i.p.v. een C15 een C30 toe te passen.
Homeopathie
Het blijft buiten discussie, dat het vinden en toepassen van een homeopathisch middel, dat bij de totale patiënt past (type- of constitutiemiddel) altijd beter is. Maar helaas is dat best passende middel vooral bij huidklachten vaak niet te vinden. En dan is het toch fantastisch, dat we een aantal patiënten met zo’n eenvoudig, veilig en effectief middel soelaas kunnen bieden.
Deze cliënten hand-out is bedoeld als ondersteuning van het consult door de dierenarts. De tekst gaat ervan uit dat uw huisdier al door de dierenarts is gezien. De adviezen in de hand-out gelden alleen voor dieren bij wie de diagnose is gesteld. De informatie dient niet als vervanging van een consult door de dierenarts!
Bedenk bij het lezen dat de gezondheidssituatie van uw huisdier anders kan zijn dan in de teksten wordt beschreven.
Verder worden al onze hand-outs vervaardigd aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op grond van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur.